Tijdens de Pitti-Uomo, de tweejaarlijkse en belangrijkste mannenkledingbeurs in Florence, bleek al dat er deze zomer voor mannen niet veel opzienbarends is veranderd. Evenals voorgaande zomers staan ook dit jaar comfortabele en lichte stoffen centraal en wat betreft het casual aanbod ontlopen de ontwerpers elkaar niet zoveel. Los van het Italiaanse kledinggeweld zijn er zeker op het casual-gebied nog andere internationale spelers. Opvallend daarbij is dat Europese en Amerikaanse merken naar elkaar zijn toegegroeid. Zo vertonen de casual collecties van Ralph Lauren en het Franse Façonnable opmerkelijke parallellen. Voor een leek zijn ze alleen op basis van hun logo uit elkaar te houden. Beide collecties bevatten veel roomwit katoen, vrolijke pastelletjes en vrij strak gesneden truien met een korte V-hals. Wat betreft hun publicitaire campagnes gaat de parallel mank. Façonnable zoemt in op de collectie zelf, Ralph Lauren weet ondanks zijn onmiskenbare en repeterende 'vervlogen tijden sfeertje' van de Kennedyclan jaarlijks iets nieuws te suggereren. Een enkele blik op de brochures van een decennium geleden laat zien dat het nieuws hem vooral zit in de details. Zo moet de katoenen broek tegenwoordig steeds vaker een bandplooi ontberen maar de poloshirtjes, blazers en overhemden zijn wat snit en kleur betreft onveranderd. Daarin ligt voor een deel Laurens kracht: de kunst om verandering te suggereren terwijl zijn huidige zomercollectie moeiteloos zou kunnen figureren in een film over de Kennedy's.
Corneliani
Ermenegildo Zegna
Façonnable
Kiton
Paul Smith
199807