En de winnaar is... Estelle Gullit-Cruijff, hoe kon het ook anders?
Verkoper Chic Wie van Marccain: 'Estelle? Die zien we hier niet zo vaak hoor, hooguit één keer in de week. Harry Mulisch komt vaker in de straat.' Een collega van Iceberg: 'Estelle wie? Ohhh, die van Gullit! Nee helaas, ze loopt hier weleens langs, meestal zonder make-up, heel sportief. Zeker niet als een diva.' Gucci: 'Ze komt hier bijna ooit. Het beeld van haar als shopaholic is zeer overdreven, zeker als je bedenkt dat we klanten hebben die iedere dag komen.'
Een enquete onder winkeliers wie de meest gelauwerde PC-ganger is, kon bijna alleen door Connie Breukhoven of Estelle Gullit gewonnen worden. Natuurlijk, Harry Mulisch komt vrijwel iedere middag even buurten, voor een paar sokken bij Oger of een paar glazen rosé bij Het Buffet. Maar om nu te stellen dat De Grote Schrijver een geur van verbrande kredietkaarten veroorzaakt zou overdreven zijn. Nee, wat dat betreft heeft Estelle Gullit betere papieren. Niemand verwierf zo'n reputatie als ongeneeslijke shopaholic. Terecht? Estelle Gullit, vanaf de zwembadrand in Cannes. 'Dat beeld is opgeblazen. Zeker, ik hou van winkelen, maar koop mij niet scheel. Alleen omdat journalisten er altijd naar vroegen ben ik er een grap van gaan maken.'
De 2x-jarige echtgenote van voetbaltrainer Ruud komt wel in de beroemde winkelstraat, maar tot armen vol shoppingsbags leidt het zelden. 'Eigenlijk koop ik meer in Milaan, New York en Parijs.'Er is daar meer te krijgen', aldus Estelle, die als favoriet PC-adres Louis Vuitton noemt. 'Ik ben best een beetje tuttig en style mijzelf. Een Chanel-jasje boven een oude spijkerbroek, daar hou ik van. Nou ja, Dolce & Gabanna met daaronder Manolo Blahniks mag natuurlijk ook.'
Volgens de winnares van de PC Hooftprijs 2004 'is de PC natuurlijk geen Avenue Montaigne'. Maar de permanente PC-processie van dure auto's en opgedofte vrouwen krijgt haar goedkeuring. 'Het kan mij niet uitbundig genoeg zijn. Dat zal wel weer niet mogen, maar da's allemaal kinnesinne.' Waarmee meteen haar grootste ergernis aan bod komt: de bonnen schrijvende brigade. 'Ik heb iedere dag een bon. Ze wachten tot je een minuut over tijd bent en pakken je dan. Met een attitude, bah.' Dan, mijmerend. 'Jongens, laten we nou toch blij zijn dat we in ieder geval één zo'n straatje in Nederland hebben.'
Zuid 2004