Zelf spreekt ze heel bescheiden over 'kookservice' maar daarmee doet Charlotte Bentinck zich schromelijk tekort. Ze heeft de ideale culinaire formule gevonden voor mensen die privé of zakelijk wat te vieren hebben. Haar onderkomen gaat het o zo gezellige aparte zaaltje van een restaurant meer dan voorbij. Haar domein is een vorstelijk pand aan de Amsterdamse Keizersgracht. Een gezelschap van ruim twintig personen kan zich verlustigen in dit prettige decor waar zilveren kandelaars, fraaie gordijnen en glimmend parket even vanzelfsprekend zijn als kristallen glazen en een mooi familieservies. Een aardig decor is niet voldoende om gasten, onder wie Gorbatsjov en tal van internationaal opererende bedrijven de avond door te loodsen. Vandaar dat Bentinck ervoor zorgt dat er achter het fornuis goed werk wordt verricht. Zelf bagatelliseert ze haar culinaire kunnen en achtergrond met een lacherig: 'Ik kom uit de koekstad en koken is me met de paplepel ingegeven.' Haar vader had in Deventer een koekfabriek en eten speelde bij haar thuis altijd een belangrijke rol. Van jongs af aan is het voor Bentinck een hobby die ze sinds zo'n vijftien jaar weet te commercialiseren. Ze heeft zich toegelegd op Europese regionale gerechten en is met haar koekafkomst erfelijk belast want desserts zijn haar specialiteit. In het afgelopen decennium heeft ze voorkeuren en noden van haar gasten aardig in kaart kunnen brengen. Peperdure wijnen maken plaats voor drinkbare huiswijn en de vraag naar vis overstijgt die van vlees. Het zesgangenmenu heeft plaats gemaakt voor een simpel driegangenmenu. Een andere prettige bijkomstigheid zijn Benticks nimfen. Ze selecteert - met een duidelijk oog voor aantrekkelijke fysiek - onder vrouwelijke studenten haar helpers die zij met een eigen crash cursus schoolt. God zij dank laten zij het uit hun hoofd gasten een 'smakelijke voortzetting' te wensen.
199803