Toen Aimé Guibert samen met zijn vrouw Véronique in 1970 een uitgestrekt stuk land kocht op zo'n dertig kilometer van Montpellier, nabij Aniane, hadden ze niet direct de intentie om er wijn te gaan verbouwen. Een bezoek van een geoloog bracht daarin verandering. Volgens hem was hun in de Gassac-vallei gelegen terrein in het departement Hérault vanwege de zeer bijzondere bodemstructuur ideaal voor de wijnbouw. Het bodemtype is vrijwel identiek aan dat van de Côte d'Or in Bourgogne en afwijkend van de rest in Languedoc. De vallei heeft een rijke samenstelling van ijzer en koper die is gevormd in de ijstijd. Kleine kiezelstenen houden bovendien het vocht in dit droge klimaat goed vast. Op Guiberts domein worden de stokken op biologische wijze gecultiveerd, uitsluitend organisch bemest en met milieuvriendelijke middelen bewerkt. De rijping van minimaal 18 maanden gebeurt op vaten die jaarlijks voor een deel worden gekocht bij Château Margaux, waardoor de wijn een diepkleurig en aromatisch karakter verkrijgt. De combinatie van een unieke bodem, het microklimaat met zijn warme dagen en koele nachten en de verrichtingen van Guibert maakte de Daumas snel tot een wonderkind van de Franse wijn. Na drie oogstjaren wist de wijn in 1981 tijdens blinde testen al tal van zeer gerenomeerde Franse wijnhuizen te overtroeven. Guiberts wijn werd door het tijdschrift Gault Millau gelauwerd met de Chateau Lafitte van de Languedoc. De Mas de Daumas Gassac is van alle wijnen uit de Midi de enige die zich officieus een cru mag noemen maar op het etiket prijkt niet meer dan een pretentieloos 'Vin de Pays de l'Herault Appelation'. Het verschil met een gewone 'vin de pays' zit hem vrij evident in de tienvoudige prijs. Het maakt de Mas de Daumas tot de duurste landwijn van Frankrijk. Ondanks het prijsverschil geldt de wijn als een schaarste-artikel en schrijven liefhebbers er sinds jaar en dag op in.
Het jaar 1996 is nog te koop à € 44,50; op 1997 kan voor € 31,25 worden ingetekend. Later is de prijs ± € 46,-
199902