homepage YvRA Yvo van Regteren Altena -> Doen -> Zzz -> Sailing is the key tour...
Sailing is the key

Sailing is the key

Iedere zeiler die deelneemt aan Cowes Week kent de kanons knallen die worden afgevuurd bij de Royal Yacht Squadron. Maar weinigen weten over de mores van dit bijna twee eeuwen oude bastion van bedaarde zeilheren.

Grandest club
Het Isle of Wight met een jaarlijkse opbrengst uit de zeilsport van rond de honderd miljoen pond heeft een waaier aan oude en aansprekende zeilclubs. Maar de uit 1815 daterende Royal Yacht Squadron is de oudste zeilclub ter wereld én - vermoedelijk door de leden zelf - ooit uitgeroepen tot 'the grandest club in the world'. Wat locatie betreft troeft de Squadron alle andere zeilclubs af, met dank aan een pal aan zee gelegen zestiende-eeuws kasteel. Spreekbuis van de Squadron is Maldwin Drummond, die tot voor kort voorzitter was en in het militaire club jargon als commodore door het leven gaat.

Adelijke Brit
Maldwin Drummond is het archetype van een adellijke Brit. Zijn kop en kledingvoorkeuren wijzen lijnrecht naar de school- en collegebanken van public schools en Oxford. Een wat verlamd aandoende bovenlip en reusachtige dwars gelegen aardappel in zijn keel maken in één woord duidelijk dat het inkomen van zijn vader geen relatie had met de mijnen of de lopende band. Zijn jeugd moet omgeven zijn geweest met liefdevolle tuinmannen, chauffeurs en stalmeesters. Binnen de muren van wat Drummond noemt The Castle laat zijn vrouw zich nauwelijks zien, maar een foto van haar past bij het beeld dat hij van haar geeft: 'Gilly is a garden enthousiast and member of the English Herritage Gardens Committee and the Governements Urban Green Spaces Task Force.' Tijdens Cowes week varen Maldwin en Gilly regelmatig een stukje mee in zijn boot Gang Warily, Schots voor 'Ga Voorzichtig'.

Club der clubs
Napoleon zei het al: 'Als drie Engelse schipbreukelingen aanspoelen op een onbewoond eiland, is het eerste wat ze doen een club vormen.' De Royal Yacht Squadron werd bijna twee eeuwen geleden door een aantal schipminnende lieden opgericht in de Thatched House Tavern aan de Londense St. James Street. Een clubje zeilers met veelal een militaire levensvervulling begint in deze tavern The Yacht Club, die weldra ook de aandacht van het koninklijk huis trekt en daarom al snel wordt omgedoopt tot The Royal Yacht Club. Door de kracht van het Britse empire en met dank aan 'lots of money and lots of leisure time' floreert de club. Na de troonsbestijging van William IV zal de naam voorgoed veranderen in Royal Yacht Squadron met de koning als eerste admiraal en erelid. Van meet af aan heeft de Squadron zowel een sterke militaire als koninklijke liaison.

Britse sferen
Binnen de muren van de Royal Yacht Squadron komen alle clichés die je van een Engelse club verwachten mag in beeld: leren chesterfields, een 'smoking room' en een 'morning room', waar na het ontbijt de kranten worden gelezen. In de bibliotheek bevindt zich een omvangrijke verzameling nautische boekwerken en tal van relikwieën. Zo zijn er de onvermijdelijke zilveren trofeeën, oude foto's van Engelands grote solozeilers en enkele verwijzingen naar honorary members als prins Philippe, de koning van Spanje en koning Constantijn van Griekenland. Ook dit jaar loopt prins Philippe op de steiger van de Royal Yacht Squadron rond, waarbij het opvallend is hoe vitaal en elegant deze krasse knar zich voortbeweegt.

America's Cup
Staand op het voor de start zo wezenlijke Platform met groots zicht over de Cowes-startlijn zegt ex-commodore Drummond: 'Hier is de geschiedenis van de America's Cup begonnen'. In 1851 is het de eerste maal dat Amerika in de gedaante van John Cox Stevens van de New York Yacht Club naar Cowes komt overgevaren. Tijdens de augustus regatta zeilt hij met zijn schoener America op 25 juli de haven binnen. Aanvankelijk staan de Britten niet direct te springen om het op te nemen tegen Stevens, maar uiteindelijk wil Robert Stephenson met zijn schoener Titania wel tegen de Amerikanen zeilen. De America start als laatste, maar al na de eerste boei ligt het schip op de vijfde plaats. Later vraagt koningin Albert als zij hoort dat de America op kop ligt: 'And, who is second?'. Door het wegvallen van de wind was er van andere geen schepen geen spoor en kreeg zij te horen: 'M'am, there is no second.' Tot 1983 zou de cup in handen blijven van Amerika totdat Alan Bond hem heroverde. In 2001, tijdens het voorzitterschap van Drummond, werd de America's Cup hier opnieuw gezeild. 'In those days God was an honorary member of the club, the weather was so briljant', zegt een tevreden Drummond.

Slick operation
Voor gewone stervelingen blijven de deuren van de Squadron gesloten. Heel wat inwoners van het kleine Cowes hebben nimmer een voet binnen kunnen zetten in dit kustlijn dominerende kasteel. Sommigen zullen wat wrevel voelen als ze langs de kasteelmuur lopen met het opschrift 'Warning: Starting Canon may fire at any time'. Boven de kasteelmuren steken tijdens Cowes Week de zelfgenoegzame hoofden van leden die minzaam een verrekijker tegen het hoofd plaatsen om de start te volgen. Toch heeft iedereen groot ontzag over de wijze waarop deze op het oog wat ondergestofte bedoeling alles met militaire precisie weet te leiden. Zelfs mensen die zich verzetten tegen het harkerige sfeertje roemen de club: 'it's fantastically organised', 'it's an extremely slick operation', 'everything is punctioal'. 'Wellicht hebben we een ouderwets imago', verzucht Drummond, maar wat ons bindt is de zeilsport: 'Really, sailing is the key.'

Vrouwen op het gras
Zelfs in dit bastion voor liefhebbers van het 'old boys network' heeft men enkele regels laten varen. Tot 1938 schreef het reglement nog triviale eisen voor zoals: 'members dine alone at separate tables and drink only Montague's gin, soda and lemon'. Er waren meer onmiskenbare Britse - en naar het Leidse Minerva ruikende regels waaronder: 'No ladies allowed into the club house'. Een regel die tot 1938 stand hield. Tot 1920 had de club in de woorden van Drummond 'no toilet facilities for females'. Vrouwen moesten het gebouw verlaten, de weg oversteken om in een nabij gelegen pension aan te kloppen. Aan het einde van de jaren dertig mogen vrouwen - alleen tijdens Cowes week - zowaar op het gras verschijnen om de races te kunnen volgen. Zoals het een mannenclub betaamt, kreeg het voor vrouwen bestemde lawn al gauw een bijnaam en werd er gesproken over the deer park. In tekst en gesproken woord heeft de club het heel opmerkelijk nimmer over women, maar consequent over ladies. Vrouwen mochten vroeger eventueel een broek dragen, maar het reglement voorzag wel in een mail chauvinistic clausule: 'Trousers may be worn on the lawn, but must be taken off when entering the clubhouse'.

Ballotage
Wie belt met de club om zich aan te melden krijgt een minzaam 'No; you can't just join', te horen. Ook de mens met royale financiële middelen en bewezen affiniteit met de zeilsport komt geen stap dichterbij en zal blijven stuiten op een onverbiddelijk 'No, no, you have to get a proposer.' En hoe leidt de weg naar een proposer? 'Well, by knowing someone who belongs here ' Einde gesprek. Zie hier de ideale kiem voor het 'old boys network'. Lidmaatschapscriteria blijven het ondoorzichtige, ongeschreven en mysterieuze protocol dat de eigen groep in stand houdt en het elitaire karakter garandeert. Voor het lidmaatschap moet je niet alleen worden voorgesteld, maar ook moeten er minimaal drie leden zijn die het voorstel onderschrijven.
Een volgende fase is the election process want vrijwel niemand wordt zomaar omwille van zijn zeilreputatie tot het lidmaatschap uitgenodigd. Eenzame uitzonderingen zijn grootheden als Sir Robert Knox Johnson, Sir Francis Chichester en Peter Blake.

Oud Geld
Op de vraag of indertijd vermogende en boot-minnende mannen als Niarchos en Onassis of recenter Donald Trump een kans zouden maken, schudt Maldwin meewarig het hoofd: 'You have to be a real gentleman.' Hun karakters zijn in de woorden van Maldwin weinig geschikt en aan hun financiële handel en wandel zou weleens een luchtje kunnen zitten. Maldwin benadrukt andermaal dat er geen verband is tussen een fortuin bezitten en het lidmaatschap: 'You could be as poor as a churchmouse', om daar met een versteende glimlach aan toe te voegen dat hij natuurlijk geen namen kan geven. Toch lijkt gezien de miljoenen omvattende vermogens van veel leden een beetje fianciële back up wel degelijk essentieel. Alleen zijn de nieuwe leden die de drempel van de Squadron eenmaal mogen overschrijden eerder bejaarde beheerders van oude familievermogenens dan jonge snelle ondernemers met een berg verse duiten, zo stellen een aantal cynische leden van andere zeilclubs in Cowes: 'You've got to be dead to be a member there. And if you are still alive, you will be bored to death'.

Nieuw Geld
Toch blijkt dat cynisme over een stel naar militaire tradities lonkende mannen die de helmstok binnenkort moeten verruilen voor een rollator, niet te kloppen. Onlangs trad tot het zo grijs gewaande ledenbestand een markante figuur tot de Squadron toe. Voor veel Britten is hij zelfs het prototype van een Nieuw Geld-zeiler. Met de driehonderd miljoen pond die Peter Ogden overhield aan de verkoop van zijn bedrijf Compuserve heeft hij een aantal leuke dingen gedaan. Op zijn glimmende nieuwe zwarte Swan 601, de 'Spirit of Jethou' zijn zelfs de schoten, stootwillen en afdekzeilen in zwarte harmonie met de romp, die in zout water heel wat schrobbende handen verlangd. De enige kleur op Ogdens jacht komt van de in het zeil geweven puffin, de vogelsoort die zijn privéiland bevolkt. Tijdens Cowes Week is Ogden - in tegenstelling tot veel andere jachtbezitters - zeer genereus voor zijn bemanning. Hij heeft zijn mannen, die deels ooit voeren op het jacht van Edward Heath, gehuisvest in een villa en gezorgd voor een sterrenchef. Zelf gaat Ogden na de race met een supersnelle tot two seater omgebouwde 35 voet lange Sun Seeker naar zijn eigen eilandje Jethou bij Harbour Sandbanks. En als het weer het toelaat vliegt hij binnen met zijn heli die natuurlijk is uitgevoerd in dezelfde kleur als zijn Swan en de Sun Seeker. De flamboyante Ogden oogt als de broer van Michael Douglas met op zijn hoofd een snel Revo-brilletje, tussen de lippen een ferme Cubaan en om zijn pols een knots van limited Edition Panerai. Op het oog drie Nieuw Geld hindernissen om binnen de muren te treden van het old boys net work. Hoe accorderen deze lawaaierige uiterlijkheden met de mannen die moeiteloos Shakespeare kunnen reciteren, bekend staan om hun 'extremely gentle behaviour' en 'caressing language for the ladies'? Drummond wuift de 'Nieuw Geld geen lidmaatschap theorie' parmantig weg: 'Mister Ogden belongs to a very keen racing family and he is a good sailor'. Ogdens nieuw verworven vermogen, zijn brullende Sun Seeker en zijn rond Cowes niet te missen helicopter waren voor geen van de vijfhonderd leden rede tot een afwijzing.

Zwarte ballen
Een hardwerkende zeilfanaat die zelf zijn geld maakt, had zeker in de begintijd weinig kans. Daarin kwam een kentering aan het begin van de vorige eeuw. Zo was Engelands vermaarde Sir Thomas Lipton van de gelijknamige thee niet afgewezen en stellen de notulen: 'He was advised not to apply as a man in trade. This was later reconsiderd and he was made a member in the closing years of his life.' Als de koning van Engeland samen uit zeilen ging met Lipton werd er binnen de muren van de club natuurlijk wel met een stiff upperlip geschamperd: 'The King is off sailing with his grocer'. Het lukte Lipton op de valreep van het Hiernamaals lid te worden, maar voor andere Britse grootheden bleef de drempel van het clubhuis hun levenlang te hoog: 'Lord Mountbatten was blackballed when his wife Edwina dived of her yacht on a Sunday, wearing a scarlet bathing dress.' Een lidmaatschapsweigering wordt in het Squadron-jargon 'blackballing' genoemd en verwijst naar het stemmingsritueel. Van de vijfhonderd leden stemmen er gemiddeld zo'n zeventig tot tachtig leden over het lot van de hunkerende nieuwkomer. Vroeger was één enkele tegenstem voldoende om de weg voor een aspirant lid af te snijden, nu moeten er minimaal zeven tegenstemmen klinken. Tijdens de stemming moet er in een doos met een opening een balletje worden gedeponeerd. Bij de linker opening staat 'Yei', Schots slang voor yes, bij de rechter opening een 'Nei'. V&oaigu;&oaigu;r-stemmers laten in de Yei-opening een wit balletje vallen, tegenstemmers - de blackballers - kiezen met hun zwarte balletje voor 'Nei'.

Dress code
Overdag dragen de mannelijke leden een witte linnen of flannel broek, een wit overhemd en een double breasted blazer. Als verbroedering met de New Yorkse yachtclub dragen enkele leden - waaronder Drummond - ook weleens een rode broek. Vaste prik is een zwarte das met daarop een klein speldje in de vorm van de witte clubvlag. Vanwaar de zwarte das? 'Oh that's in mourning for Nelson of course.' Tot zeven uur 's avonds mogen leden en gasten zich vertonen in yachting attire maar na zeven uur 's avonds moet de witte broek worden verruild voor een blauwe. Op donderdagavonden tijdens het Squadron Dinner is er - wederom in navolging van marine tradities - de
Squadron Messkit, een soort dinner jacket met weglopende voorpanden. Dress codes moeten onder alle omstandigheden in ere worden gehouden. Een mooi bewijs daarvan vormt het 175-jarige jubileum. Drummond had een schilder verzocht de club prominenten te portretteren, maar bij oplevering bleek de kunstenaar iedereen te hebben afgebeeld met zwarte schoenen en dat terwijl er tot zeven uur 's avonds - 'God knows why' - de leden bruine schoenen horen te dragen. De ex-commodore verzocht de schilder om alle schoenen over te schilderen in bruin. Met een rollende lach vertelt Drummond dat de artiest daaraan niet mee wilde werken: 'He said, I won't do that, I'm not a shoe painter.'

2004

Extravaganza!, gesigneerd naslagwerk door YvRA. Yvra1958, l'essence de l'essence