Voor veel traditioneel denkende Engelsen is het niet dragen van een das een regelrechte zonde, die alleen kan worden overtroffen door de geen die een das omknoopt die hij niet behoort te dragen. In de optiek van de upper ten mag een clubdas alleen worden gedragen door iemand die ook daadwerkelijk zijn strepen heeft verdiend. Kleuren van de 'school'- of 'clubtie' spelen tevens een rol bij de identificatie van een bepaalde groep. Zo verwijzen de kleuren van de 'Royal Military Academy' naar de ingrediënten voor kruit: geel voor zwavel, blauw voor salpeter en zwart voor koolstof. Ook het 'Royal Tank Corps' heeft zijn eigen kleuren: bruin staat voor de blubber, rood voor bloed en groen voor de velden van Vlaanderen.
In navolging van de Engelse club ties zijn ook in Nederland in de jaren dertig officiersdassen in zwang geraakt. De Haagse firma Van den Heuvel heeft als enige in het land de gehele collectie officiersdassen. Voor de samenstelling van kleuren werd gekeken naar het groot tenue. Zo is de das van de marine donkerblauw met goud, die van het garderegiment jagers groen met een gele streep en die van de studentenweerbaarheid blauw met een oranje streep. Ook Amerika heeft gestreepte dassen verbonden aan bepaalde legeronderdelen en 'private clubs'. In vergelijking met Engeland is voor dergelijke clubs niet zozeer afkomst als wel het niveau van de bankrekening doorslaggevend voor een geslaagde ballotage.
199801